Begin februari 2023 bereikten de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad (NAR) een akkoord over de verplichte toekenning van een fietsvergoeding voor werknemers uit de private sector. Deze maatregel treedt in werking vanaf 1 mei 2023. In dit artikel leest u wat er concreet wijzigt.
Vandaag komt 11 procent van alle Belgische werknemers met de fiets naar het werk. Van werknemers die op minder dan vijf kilometer van het werk wonen, komt nog altijd 55 procent met de auto. Met de invoering van de verplichte fietsvergoeding wil de overheid meer werknemers aanmoedigen om met de fiets naar het werk te komen.
Voor wie geldt deze verplichting?
De nieuwe cao 164 is een aanvulling op bestaande sectorafspraken. Met andere woorden: de nieuwe maatregel is enkel van toepassing in sectoren en ondernemingen waar nog geen collectieve arbeidsovereenkomst in verband met een fietsvergoeding bestaat. Als dergelijke overeenkomst wel al bestaat, dan blijft deze van toepassing, ook al is het overeengekomen vergoedingsbedrag lager.
Let wel: kent u als werkgever een fietsvergoeding toe op basis van een individueel arbeidscontract of arbeidsreglement/bedrijfsreglement – dus niet in het kader van een collectieve arbeidsovereenkomst –, dan valt u wel onder deze aanvullende overeenkomst.
Over welke fietsen gaat het?
De verplichte fietsvergoeding heeft betrekking op de fiets, die door de wetgever gedefinieerd wordt als: “een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, in die zin dat de gemotoriseerde rijwielen en de speed pedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven”.
Over welke verplaatsingen gaat het?
De vergoeding wordt toegekend aan elke werknemer die de verplaatsing tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling regelmatig met de fiets verricht.
Als hij voor dit woon-werktraject verschillende vervoerswijzen combineert, dan kan hij voor elke vervoerswijze een werkgeversvergoeding ontvangen, op voorwaarde dat die verschillende vergoedingen betrekking hebben op:
hetzij verschillende gedeelten van het woon-werktraject
hetzij hetzelfde traject (of hetzelfde gedeelte daarvan) dat in verschillende periodes van het jaar wordt afgelegd.
Hoeveel bedraagt de vergoeding?
Het basisbedrag van de vergoeding is 0,145 euro per met de fiets afgelegde kilometer. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens hetzelfde mechanisme als de sociale en fiscale vrijstelling van de fietsvergoeding.
Sinds 1 januari 2023 bedraagt de vergoeding 0,27 euro per met de fiets afgelegde kilometer. De toekenning van deze vergoeding wordt geplafonneerd op een afstand van maximaal 20 kilometer per enkel traject.
Een werknemer die de fietsvergoeding wil genieten, moet een verklaring op eer afleggen over het aantal kilometer van zijn woon-werktraject en het aantal dagen van de maand dat hij met de fiets komt.
Door de algemene invoering van deze fietsvergoeding wil de overheid in ons land het gebruik van de fiets als vervoersmiddel van en naar het werk aanmoedigen. Dit zal een positieve impact hebben op de gezondheid van werknemers, het leefmilieu en de filedruk.
Comments